Home | Oostelijke Colobusaap of Franjeaap - Colobus guereza | Alfabetisch Register |
|||||||||
Leefgebied | Voortplanting | ||||||||||
|
|||||||||||
Afrika | 1 jong | ||||||||||
Leefomgeving | Draagtijd | ||||||||||
Oostelijk Nigeria tot Ethiopië en Tanzania | Draagtijd 7 maanden | ||||||||||
Voedsel | Leeftijd | ||||||||||
Vooral bladeren, ook fruit en bloesem | 25 jaar | ||||||||||
Lengte en gewicht | Bijzonderheden | ||||||||||
40-65 cm. |
Jongen worden spierwit geboren | ||||||||||
Mannetjes wisselen regelmatig van groep, waarbij volwassen man-netjes soms worden wegge-jaagd door de jongere dieren. Als twee groepen elkaar tegen-komen, uiten de mannetjes agres-sief gedrag, waar-bij ze naar elkaar schreeuwen, springen, elkaar achternagaan en soms vechten. Een groep bestaat uit drie tot twaalf dieren, bestaande uit een dominant mannetje, drie tot vier vrouwtjes en hun jongen. |
Mannetjes vormen vaak een harem waarin ze geen andere volwassen mannetjes dulden. |
De oostelijke populaties hebben een dikkere vacht en een wittere staart en mantel, de noordelijke populaties hebben een dunnere vacht en een zwarte staartwortel en schouders. Geïsoleerde populaties leven in de bergen van Oost-Afrika. Van alle franje-apen is het de meest folivore soort, zo'n driekwart van het dieet bestaat uit bladeren. |
|||||||||
![]() |
|||||||||||
De franjeaap is te vinden in de laaglanden van Oost-Nigeria tot Kenia. Geïsoleerde populaties leven in de bergen van Oost-Afrika (Noord-Tanzania, Centraal- en West-Kenia en Oeganda) en Ethiopië. |
|||||||||||