![]() |
|
|
![]() |
| Home |
Zwarte slingeraap - Ateles paniscus |
Alfabetisch
Register |
| |
|
|
|
| Leefgebied |
|
|
Voortplanting |
| |
 |
 |
De slingeraap heeft uitgesproken lange, slanke ledematen en een nog langere grijpstaart.
Zodoende heeft hij een grote behendigheid bij het klimmen in de bomen. |
 |
Zwarte slingerapen hebben lang, glanzend zwart haar over hun hele lichaam, behalve in hun gezichten.
Hun lange haar onderscheidt hen onmiddellijk van andere soorten slingerapen, maar er zijn nog andere kenmerken waardoor ze zich onderscheiden.
Volwassenen hebben een rood of roze onbehaard gezicht, op een paar zeer korte, witte haren op hun snuit na.
Zuigelingen hebben geen roze gezicht zoals de volwassen dieren, maar veeleer een donkere huid op hun gezichten, die lichter wordt naarmate ze ouder worden.
Vanwege de kleur van hun gezicht, wordt de zwarte slingeraap ook wel roodgezicht zwarte slingeraap of roodgezicht slingeraap genoemd. |
|
|
Centraal
Zuid-Amerika |
1 jong |
| |
|
| Leefomgeving |
Draagtijd |
| |
|
tropische regenwouden |
7,5 maanden |
| |
|
| Voedsel |
Leeftijd |
| |
|
vooral vruchten en noten, maar ook insecten, eieren en vogeltjes |
20-33 jaar |
| |
|
| Lengte en gewicht |
Bijzonderheden |
| |
|
kop tot staartpunt
1,50 m
♂ 10,8 kg.
♀9,6 kg. |
ook bekend als bosduivel
of kwatta |
Men ziet de bosduivel maar zelden op de bosboden.
Als hij zich op
de grond ophoudt, dan loopt hij recht-op op twee benen en houdt zijn staart achter zijn rug recht omhoog. |
 |
Ze hebben lange ledematen die hen, in tegenstelling tot hun kenmerkende dikke buiken, een spinachtig uiterlijk geven en een enigszins slungelige verschijning.
Als het enigszins mogelijk is, gebruikt de slingeraap bij het lopen door het kronendak alle vier zijn poten.
Op plaatsen waar de bomen verder uit elkaar staan, springt en slingert hij zich van boom tot boom.
In tegenstelling tot de meeste andere primaten, hebben zwarte slingerapen
geen duim. Dit komt niet omdat ze minder ontwikkeld zijn dan andere primaten.
Het
is een zeer gespecialiseerde aanpassing.
Hij kan zich zo, hangend aan zijn armen, behendig van de ene naar de andere boom slingeren omdat hij uitermate beweegelijk is in zijn schoudergewrichten. |
Slingerapen behoren tot
de grootste
apen van de
"Nieuwe Wereld"
Van alle soorten slingerapen, zijn
de
zwarte slinger-apen de grootste.
|
 |
Een andere aanpassing voor het leven in de toppen van de bomen is de lange grijp-staart, die gebruikt wordt als derde hand.
Deze eigenschap komt uitsluitend voor bij apen uit de Nieuwe Wereld.
Aan de onderzijde van het uiterste puntje van de staart, is de huid voorzien van een duidelijk patroon met lijnen, zoals een vingerafdruk.
Hierdoor is de punt van de staart uiterst functioneel omdat het helpt
grip op opper-vlakken te krijgen, zoals de vingers van de hand.
De slingeraap leeft in losse, sociale groepen waarvan de grootte afhankelijk is van de levensomstandigheden ter plaatse. |
 |
 |
| |
|
|
|
