Home | Ringstaartmaki - Lemur catta | Alfabetisch Register |
|||||||||||
Leefgebied | Voortplanting | ||||||||||||
|
|||||||||||||
Zuid- en Zuidwest- |
1-2 jongen |
||||||||||||
Leefomgeving | Draagtijd | ||||||||||||
Bossen en savanne |
4,5 maanden |
||||||||||||
Voedsel | Leeftijd | ||||||||||||
Vruchten, bladeren, bloemen en kruiden |
20-27 jaar |
||||||||||||
Lengte en gewicht | Bijzonderheden | ||||||||||||
40-45 cm. |
Wordt ook wel Katta genoemd |
||||||||||||
Ze hebben echter ook kenmerken waardoor ze bij de primaten horen, zoals hun handen en voeten, die goed te gebruiken zijn bij het klimmen, en de platte nagels. |
|||||||||||||
De ringstaartmaki hoeft niet zoveel te drinken aangezien hun voedsel al voor 80% uit water bestaat. Ze lessen hun dorst verder met de vroege ochtenddauw of met water uit holle boomstammen. |
Ringstaartmaki's communiceren op verschillende manieren met elkaar. Dit doen ze met zowel geluiden, geuren en lichaamstaal.
Zo communiceren ze bijvoorbeeld ook met hun staarthouding. Mannetjes gebruiken geurklieren om hun territorium af te bakenen. Deze geurklieren zitten op de schouders en onderarmen. Ze wrijven hiermee langs takken waarbij de geur wordt afgegeven. De mannetjes wrijven ook met hun staart langs de klier op hun schouder. |
![]() |
Ze zijn in staat om grote sprongen te maken, soms wel sprongen van 5-6 meter. | ||||||||||
![]() |
Ringstaartmaki's zijn dagactief. Ze hebben een dagelijkse rustpauze en deze valt meestal op het midden van de dag. Vaak zitten ze dan in yogahouding, rechtop met de armen en benen gespreid, uit te rusten in de zon. Ringstaartmaki's leven in sociale groepen. Alle vrouwtjes zijn dominant over de mannetjes. Zij mogen altijd als eerste eten en bepalen zelf wie hun partner wordt. De kern van de groep wordt gevormd door één vrouwtje en één of meerdere mannetjes, die ondergeschikt zijn aan het vrouwtje. Daaromheen bevinden zich de onderge-schikte vrouwtjes en hun jongen met de andere mannetjes. |
De paartijd van de ringstaartmaki duurt van april tot juni. In de paartijd houden de mannetjes 'stinkgevechten'. Ze wrijven dan met hun staart langs de geurklieren waarnaar ze met hun staart naar concurrerende mannetjes zwaaien om ze te verjagen. De winnaar mag met het vrouwtje paren. De jongen worden na een draagtijd van ongeveer 4 1/2 maand in augustus en september geboren. Per keer krijgt de ringstaartmaki meestal één jong, maar twee- en drielingen komen ook voor. Bij de geboorte zijn de ogen al open en is de vacht al hetzelfde als de vacht van volwassen dieren. De zoogtijd duurt ongeveer tien weken. |
![]() |
||||||||||