|
Tamarins behoren tot de klauwaapjes en hebben klauwtjes aan vingers, behalve aan de duim, deze heeft een nagel.
De klauwtjes zorgen dat ze goede grip hebben tijdens het klimmen. Hiermee kunnen ze gemakkelijk langs boom-stammen klimmen, zelfs als de bast glad is.
Bovendien kunnen ze extra goed in spleetjes en gaatjes in het hout pulken
op zoek naar insecten. |
 |
Roofvogels, kleine katachtigen en marters zijn vijanden van de roodbuiktamarins. Alleen kunnen de aapjes zich niet goed verdedigen, daarom werken ze samen.
De tamarins kruipen dicht bij elkaar, zetten hun haren op waardoor ze groter lijken en maken veel lawaai. Zo schrikken ze de meeste roofdieren af. |
 |
Roodbuiktamarins leven in groepen van
2 tot 13 dieren.
Er heerst geen duidelijke hiërarchie.
In een groep is er één vrouwtje dat zich voortplant.
De geurstoffen die dit dominante vrouwtje afscheidt remt namelijk de vruchtbaarheid van alle andere vrouwtjes.
Voor haar nakomelingen is dat gunstig: alle andere groepsleden, vooral de mannetjes, dragen en verdedigen haar kinderen. |
|
|
|
|