 |
De kerkuil, zoals zijn naam al doet vermoeden, broedt in kerktorens, maar ook in andere gebouwen, zoals schuren en holten in bomen en rotsen.
In tegenstelling tot andere uilen, die hun prooi in hun klauwen dragen, gebruikt de kerkuil meestal zijn snavel. |
Kerkuilen bouwen geen nest, de eieren worden gwoon tussen braakballen gelegd. Het vrouwtj broedt alleen de eieren uit en in die tijd zorgt het mannetje voor voedsel.
Na 9-12 weken verlaten de jongen het nest en palen ergens een eigen territorium af, waar ze hun verdere leven blijven. |
De oren van de kerkuil zijn bijzonder goed ontwikkeld. Onder de veren zitten huidflapjes verborgen die het uitwendig oor vormen. Deze flapjes staan niet symmetrisch aan de kop, zodat het geluid door het ene oor iets eerder of later opgevangen wordt dan door het andere oor. Hierdoor kan de uil zo prachtig de plaats van zijn prooi bepalen. |