Home | Rode wouw - Milvus milvus | Alfabetisch Register |
||||||||||
Leefgebied | Voortplanting | |||||||||||
|
||||||||||||
Europa |
1-4 eieren |
|||||||||||
Leefomgeving | Broedtijd | |||||||||||
half open landschappen> |
Het mannetje blijft dicht bij het nest. |
|||||||||||
Voedsel | Leeftijd | |||||||||||
zoogdieren, vogels en aas |
||||||||||||
Lengte en gewicht | Bijzonderheden | |||||||||||
60-66 cm. |
De rode wouw vangt de prooi met de klauwen en eet de prooi in de vlucht. |
|||||||||||
In Nederland is de rode wouw vooral een regelmatige doortrekker in klein aantal in voor- en najaar. De soort is echter ook een onregel-matige broedvogel. Tussen 1973 en 1977 werden |
![]() |
![]() |
tussen 1998 en 2000 slechts In 2008 werd door natuurmonumenten een broedgeval gemeld in |
|||||||||
Het vrouwtje is een slag groter dan het mannetje. | Rode wouwen gaan een paarband voor het leven aan. Ze bouwen meestal boven in een boom een nest van ongeveer een meter in doorsnede. De vogels zijn in de broedtijd erg gevoelig voor verstoring. |
Het nest is een slordige opstelling van de stokken, neergelegd in de vork van een boom, en vaak gebouwd op de basis van een oud kraaien nest. Het nest is bekleed met schapenwol en vervolgens 'versierd' met materialen zoals papier, plastic of doek. |
Rode vliegers zijn doorgaans monogaam en vormen meestal een paar voor het leven. | |||||||||